Stages vormen een belangrijk deel van ons onderwijs.
In de Persoonlijke Oriëntatiefase (PO) heb je de projecten:
- Wie ben ik?
- Wat vind ik leuk?
- Branches
Je krijgt Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding, afgekort LOB. Dit zijn activiteiten en begeleiding om je meer zicht te geven op je eigen kwaliteiten en interesses zodat je een passende stage kunt kiezen.
Je gaat bedrijven bezoeken en misschien ook al een schaduwdag lopen. Een schaduwdag is een dag meelopen met een familielid of bekende op zijn of haar werk.
In de Persoonlijke Oriëntatiefase/Stagevoorbereidende fase (PO/SV) krijg je Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) en stagevoorbereiding. Je gaat bedrijven bezoeken en schaduwdagen lopen.
In de Stagevoorbereidende fase (SV) heb je de projecten:
- Wat wil ik? (2x)
- Wat organiseer ik?
Je loopt minimaal één week een SchoolInterne Stage, afgekort SIS. Dit is een stage binnen school. Samen met je advisor bekijk je wat de beste SIS-plek voor je is.
Er zijn vier mogelijkheden:
- Conciërge (denk aan lege kopjes ophalen en afwassen)
- Repro (denk aan print- en kopieeropdrachten uitvoeren)
- Keuken (helpen bij het klaarmaken van broodjes voor in de pauze)
- Dierverzorging (de dieren op school verzorgen)
Daarnaast heb je VOS. Dit is de afkorting van Voorbereiding Op Stage, een serie praktijklessen op school. Bij VOS oefen je gedurende langere tijd de algemene arbeidsvaardigheden om de buitenschoolse (externe) stage goed te kunnen doen.
In de Stagevoorbereidende fase/Beroepsoriënterende fase (SV/BO) doe je een stageassessment om een goede stageplek te kunnen regelen. Het stageassessment bestaat uit drie onderdelen: een beroepskeuzetest, een sollicitatiegesprek en arbeidsproeven. De advisor bespreekt met jou en je ouder(s)/verzorger(s) de uitkomst van het stageassessment. De uitkomsten van deze drie onderdelen worden samengevoegd in het Startdocument. Dit zal de basis vormen voor de start van de eerste stage.
Je begint met 1 dag per week stage te lopen.
In de Beroepsoriënterende fase (BO) heb je de projecten:
- Wat wil ik?
- Wat kies ik?
- Wat organiseer ik?
Je loopt 1 tot 3 dagen per week een beroepsstage. Als je geen stage hebt dan ga je op school naar stagetoeleiding en krijg je stagetraining.
Je krijgt informatie en begeleiding bij het kiezen van een uitstroomrichting.
In de Uitstroomfase (U) loop je 3 of 4 dagen per week stage in de door jou gekozen uitstroomrichting.