In de Beroepsoriënterende fase (BO) loop je 1 tot 3 dagen per week stage.
Elke 3 tot 4 maanden ga je naar een andere stageplek, zodat je verschillende beroepsrichtingen leert kennen.

Tijdens de beroepsoriënterende stage ga je ervaren of de gekozen beroepsrichting goed bij je past. Door verschillende stages te gaan lopen, wordt uitgezocht wat voor werk je leuk vindt en waar je goed in bent. Het is de bedoeling dat je uiteindelijk een keuze maakt voor een beroepsrichting.

Werken is heel anders en vaak veel vermoeiender dan op school zitten. Je gaat tijdens de stages leren langere tijd achter elkaar te werken.

Op school werk je aan competenties. Tijdens stage doe je dit ook maar nu dus in de echte wereld.

Je krijgt vanuit school een stagebegeleider toegewezen. Die praat met je over wat voor stage je zou willen. De stage die je kiest moet bij je interesses/passies passen. Je gaat samen met de stagebegeleider zoeken naar een geschikte stageplek. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen natuurlijk ook helpen bij het vinden van een stage.

Vooraf worden er afspraken gemaakt:

  • Wat is de duur van de stage?
  • Op welke dagen is de stage?
  • Wat zijn de werktijden?
  • Welke kleding is er nodig?

Dit alles wordt vastgelegd in een stagecontract, dat wordt ondertekend door het stagebedrijf, de stagebegeleider, de leerling en de ouder(s)/verzorger(s). Pas als iedereen getekend heeft, kan de stage beginnen.

In de Beroepsoriënterende fase loop je meestal stage op maandag en dinsdag. Heel soms kan dit niet. Dan ga je op maandag of dinsdag naar school en op andere dagen naar stage. Met de advisor spreek je af wat je deze dag(en) op school gaat doen.

Verzekering tijdens stage

Tijdens stage ben je verzekerd onder de collectieve aansprakelijkheidsverzekering en ongevallenverzekering van school. Is een stage op andere dagen dan afgesproken, dan moet dit worden aangepast in het stagecontract. Voor werk tijdens weekenden of vakanties gelden de verzekeringen van school niet. Het stagebedrijf moet jou dan verzekeren.